Say what? Ja, je leest het goed. Al denkend kun je voors en tegens tegen elkaar afwegen, beren op de weg detecteren en redenen om iets wel te doen. Maar je hoofd is niet degene die uiteindelijk de knoopt doorhakt.
Vreugdesprongetje
Je hart ook niet trouwens. Of je gevoel. Of je intuïtie. Ze kunnen wél suggesties aandragen. Je laten weten hoe goed iets voelt – of absoluut niet. Je hart kan een vreugdesprongetje maken. Of een beetje inkrimpen. Dat geeft duidelijke aanwijzigen. Maar dat is niet hetzelfde als het nemen van een beslissing.
Beslissingsbevoegd
Er is maar één beslissende instantie. En dat is je ‘ik’. Je persoonlijkheid. Je ego. En dan heb ik het niet over het ego uit de boeddhistische traditie waar je zo snel mogelijk van af moet. Nee, dit ego is onontbeerlijk. Het is dat deel van jou dat beslissingen en keuzes kan nemen. In de ideale situatie is je ‘ik’ sterk genoeg, zodat het echt zélf beslissingen kan nemen. Dan laat het zich niet voor het karretje spannen van onverwerkte gebeurtenissen, oude trauma’s en pijn van vroeger (die zich zowel via je gedachten als je gevoel kunnen uiten).
Irrationeel
In de ideale situatie weet je ‘ik’ ook dat er méer is dan wat je gedachten zeggen, want in een op ratio gebaseerde maatschappij als de onze kun je dat nog weleens vergeten. We hebben ook die irrationele kant die waardevolle input heeft. En dus luistert je ‘ik’ naar je hart, je gevoel en je gedachtes. Naar je intuïtie. Om vervolgens alles tegen elkaar af te wegen om te besluiten wat er gaat gebeuren.
Beelden
Hoe je de input vanuit je ratio moet ophalen weet je waarschijnlijk wel (lijstjes maken, een risicoanalyse maken). Kortom, je gebruikt woorden. Wil je ook de input van je ‘irrationele’ kant ophalen, dan kun je het beste beelden gebruiken. Teken, trek een tarotkaart of kies een afbeelding die je aanspreekt en ontdek wat die je zegt over de situatie. Op die manier neemt je ik een weloverwogen beslissing.